Afgelopen raadsvergadering was er ook aanleiding om het
positieve te benoemen en voor het college en de ambtelijke organisatie een lans
te breken: bij het agendapunt “onderzoek Rekenkamer naar het
vrijwilligersbeleid”. Wat was er aan de hand? De Rekenkamer is zelfstandig in
het doen van voorstellen voor onderzoek, uitvoeren van onderzoek en advisering
aan de gemeenteraad. De gemeenteraad en niet het college is dus opdrachtgever. Onze
gemeente koos, net als veel andere gemeenten, bewust om het beleid met
betrekking tot vrijwilligers onderdeel te laten zijn van andere
beleidsonderdelen (bij Sociaal Domein, Sport, Cultuur en dergelijke). En dus
niet een afzonderlijk document vrijwilligersbeleid te maken. De Rekenkamer deed
onderzoek naar hét vrijwilligersbeleid. De gemeenteraad had geen twijfels over
het gevoerde beleid, maar vond het wel nuttig wat meer inzicht te krijgen.
De Rekenkamer deed dus onderzoek naar beleid dat er formeel niet is, maar goed, dat is voor de fijnproevers. De Rekenkamer constateerde dat het met de vrijwilligers in Leusden wel goed zit. De Rekenkamer adviseerde desondanks dat de gemeente de vinger aan de pols moet houden ten aanzien van het aantal vrijwilligers in de toekomst. Op mijn vraag aan de Rekenkamer of zij signalen heeft dat de gemeente dat niet zou doen en niet proactief zou zijn, antwoordde de Rekenkamer dat zij hiervoor zeker geen signalen hadden, dat het gewoon goed ging, maar dat je als onderzoeker altijd wel wat moet adviseren. Tja, wat moeten wij daar nou mee? Wij hebben een ambtelijke organisatie, Lariks en vele anderen die zorgen voor een succesvolle inzet van vrijwilligers en toch zou het college dan iets extra’s moeten doen. Ik heb gedacht, maar niet gezegd: dit lijkt wel werkverschaffing terwijl de gemeente in deze tijd al handen en voeten tekort komt om veel andere onderwerpen voor de gemeenteraad (ten behoeve van kaderstelling en controle) in te regelen.
Uit mijn eigen rekenkameronderzoek ;-) naar de vele bronnen over beleid met betrekking tot vrijwilligers blijkt dat wij in Leusden op of boven het landelijk gemiddelde zitten. En blijkt uit diverse onderzoeken ook de verwachting dat het aantal vrijwilligers de komende jaren niet minder (of groter) wordt. Leusden zal die trend waarschijnlijk volgen. Dus waar heeft de Rekenkamer het dan over? Wat mij betreft had het een zogenoemd “hamerstuk” kunnen worden.
Wat ons betreft gaat het college voort op de ingeslagen weg
met betrekking tot het beleid met en voor vrijwilligers. Dat betekent onder
andere in het najaar het vierjaarlijks onderzoek van GGDrU afwachten, waarin
ook vrijwilligerswerk wordt meegenomen, en de raad informeren over de
uitkomsten. De fracties van GL/PvdA, D66 en SP stelden in een amendement dat
het college iets moet gaan doen wat zij volgens mij sowieso al doen. En naar
volle tevredenheid, namelijk de raad informeren over activiteiten voortvloeiend
uit het beleid en indien mogelijk het resultaat daarvan duidelijk maken. Onze
fractie vond dit amendement volstrekt overbodig en vond de CDA-fractie aan onze
kant. Wij houden er niet van om elkaar aan de praat te houden.
Wij hebben ons wel nadrukkelijk geschaard achter het beleid
van het college ten aanzien van vrijwilligers. En dus voor hen een lans
gebroken. Want als iets goed is, moet het ook worden gezegd.
Ik nodig u van harte uit mijn verhaal te beluisteren via de
gemeentesite. En hoor graag uw reactie, ook als u het er niet mee eens bent.
Hennie Caarels