Het plan iseen afgeleide van het coalitieakkoord, energieneutraal in 2040. De doorrekeninghiervan is in 2030, 8 turbines en 100 ha zonneveld. Als er niet geïnnoveerdwordt moet het aandeel zon in 2040 toenemen tot 400 ha. Hiermee lijkt de invulling van de ambitie dusvastgepind te worden en wordt er nu vooral ingezet op het betrekken en meenemenvan de bevolking in dit proces. Het wat staat vast en daar gaan we mee aan degang. Maar het hoe is minstens zo belangrijk!
De VVD ziet,
dat er, sinds de totstandkoming van het coalitieakkoord, wel wat veranderd is.
De weerstand van de bevolking is fors, zo blijkt uit de vele reacties in de
media en in de digitale raadszaal. Voor een groot deel ontstaat er echter
commotie door onjuiste communicatie. Juist op dit thema verwachten wij van het
college een vlekkeloze aanpak. Er is veel zorg
over financierings- en verdienmodellen, over wegvloeien van geld naar het
buitenland, over de volksgezondheid, over natuurbehoud, versnippering en
verrommeling van het landschap, verloren gaan van boerenbedrijven, juist nu
innovatieve landbouw meer grond vraagt en er woedt op landelijk niveau ook een
fundamentele discussie, etc. etc. Duurzame opwek zal een belangrijk punt zijn
in de formatie van een nieuw kabinet.
Duurzame opwek kost ruimte en de komende decennia zullen energie, wonen, landbouw, sport, transport, recreëren en toerisme strijden om de schaarse hectares. Duurzame opwek kost ook geld, is het niet in direct uit te geven euro’s dan wel de waardevermindering van ons buitengebied, een belangrijk deel van ons maatschappelijk kapitaal.
Desalniettemin voor de VVD geen reden om de ambitie los te laten. Want we voelen de urgentie die aanleiding is geweest voor het klimaatakkoord van Parijs.
Dus moet er een uitnodigingskader gaan komen waarin constructies zijn opgenomen waarbij er géén perverse verdienmodellen zijn en de baten lokaal landen, bijvoorbeeld een Leusdense energiecoöperatie. Een uitnodigingskader waarin de raad kaders stelt over waar wel en waar niet. En welke eisen we stellen aan de verschijningsvorm en inpassing. Hoe de balans tussen de talloze ruimtevragers er wat ons betreft uitziet. Pas als deze randvoorwaarden zijn ingevuld, kun je kijken of het ambitieniveau haalbaar blijkt. Voor de VVD is het daarom verstandig om de uiteindelijke hoeveelheid windturbines en zonnevelden hiervan afhankelijk te maken in plaats van op voorhand de hoeveelheden vast te zetten en leidend te maken.
De VVD heeft daarom samen met CDA, GroenLinks/PvdA en ChristenUnie/SGP een amendement ingediend om in de routekaart een hoeveelheid energieopwek op te nemen en geen concrete aantallen. Immers enorme windturbines en grote zonnevelden zijn wat betreft de VVD het sluitstuk, na een uiterste inspanning om zoveel mogelijk opwek op daken te krijgen, zoveel mogelijk te besparen en innovatieve technieken prioriteit tegeven. En natuurlijk nadat de ruimtevragers met elkaar in balans zijn gebracht. Het amendement is unaniem aangenomen.
Met het aannemen van het geamendeerde raadsvoorstel is een belangrijke stap gezet in de richting van een genuanceerde discussie over energiebesparing en opwek. De gestelde ambitie is voor ons een stip op de horizon, afspraak is afspraak voor de VVD, maar de invulling ervan is niet in beton gegoten. De VVD is een positieve partij die graag kijkt naar wat er mogelijk is en met welke randvoorwaarden.