De VVD is blij met de nieuwe woonvisie waarover 3 juni een
besluit is genomen in de gemeenteraad. Ook met de vorige visie waren we al blij
en daarom vinden we het prima dat we voor het grootste deel op dezelfde voet
door gaan. Dit college, maar ook het voorgaande, heeft laten zien dat met deze
visie mooie en diverse wijken gebouwd kunnen worden. Kijk naar de Maanwijk, Hof
van Liz en ook de ontwikkelingen in het centrum, bijvoorbeeld de locatie van
Van den Berg. Het aanbod is mooi en divers.
Mooi dat er raadsbreed geen discussie meer is over dat we
meer moeten bouwen. Want voor de VVD is belangrijk dat Leusden z’n bedrijven en
voorzieningen houdt en geen dood dorp wordt. En dat we niet de speelbal van de
regio of de provincie worden. Nee, we kiezen onze eigen weg. Met de Leusdense
maat.
We staan er achter dat het college vasthoudt aan 30% sociale woningbouw. Ook al
laat de woonanalyse zien dat er vanaf 2025 eigenlijk voldoende sociale woningen
zullen zijn voor de Leusdense behoefte. Het is een goede zet om daarna sociale
koop toe te voegen aan de doelstelling. Met een amendement heeft de raad
besloten dat na 2025 40% wordt gebouwd in de sector tot de NHG-grens (325.000
euro). Woningbezit kan een belangrijke katalysator zijn voor welvaart en de VVD
vindt het daarom heel mooi als dit ook in de sociale sector gestimuleerd kan
worden.
Deze ‘impuls’ kan jongeren en andere starters helpen. Maar
het is niet genoeg om échte doorstroming op de woningmarkt te krijgen. Daarvoor
hebben senioren die graag kleiner gaan wonen de sleutel in handen. De VVD heeft
van de wethouder de toezegging gekregen, te onderzoeken met wat voor soort
woningen we senioren kunnen verleiden om te verhuizen. Daarmee komt er beweging
in de gewilde markt van ruimere woningen zodat er ook weer kleinere huizen vrijkomen.
Tot slot: de VVD ziet ook in de toekomst een groen Leusden waarin het heerlijk wonen is. Dat vraagt om een vertaling van de woonvisie in een ruimtelijke visie, een stedenbouwkundig plan, waarin duurzaam wonen voor arm en rijk in ruim groen voorop staat. Met een passende infrastructuur. Dat heeft zijn prijs. En wie gaat die betalen? Linksom of rechtsom, de bewoners of de hele gemeenschap. En daarvan moeten wij ons rekenschap afleggen.