Aandacht vragen voor AIDA

Beschouwingen naar aanleiding van de raadsvergadering van 30 september

Eenieder heeft zo zijn eigen manier om iets gedaan te krijgen bij een individu of groep. Om bijvoorbeeld de ander te overtuigen en te beïnvloeden tot ander gedrag. Dat kan koopgedrag zijn, maar ook stemgedrag. Je neemt je persoonlijkheid, je voorkeursstijl en je kennis en ervaring mee. Wat extra helpend kan zijn om bewust te beïnvloeden is een nog steeds gebruikt marketingmodel uit 1925: AIDA.

Ik denk de laatste tijd in de raadsvergaderingen te zien dat, nu de verkiezingen op komst zijn, er (waarschijnlijk) steeds meer onbewust gebruik gemaakt wordt van AIDA. AIDA staat voor aandacht vragen (A), interesse opwekken (I), een wens creëren (D = Droom) en vervolgens tot actie overgaan (A). Want wat gebeurt er: er worden steeds meer vragen gesteld aan het college om ergens aandacht voor te vragen. Aandacht vragen voor onderwerpen waar het college en de ambtelijke organisatie naar mijn mening al aandacht voor hebben. Dat hoeft niet nog eens gevraagd te worden. Ik denk te zien dat het vragen om aandacht, bijvoorbeeld voor een bepaalde doelgroep, soms meer voor de bühne is dan waar het echt voor is bedoeld. Ik heb de indruk dat vragen te stellen die ergens aandacht voor vragen de intentie heeft om bij de kiesgerechtigde Leusdenaren vooral interesse op te weken. Die interesse moet er vervolgens toe leiden dat men de wens heeft om er meer van te weten en vervolgens tot actie over te gaan. Door op de betreffende partij te stemmen die om aandacht roept voor een bepaalde groep.

Onze fractie komt natuurlijk óók op voor bepaalde doelgroepen en heus niet alleen voor onze eigen achterban-kiezers. Maar wat mij betreft moet de gemeenteraad wat meer discipline en zelfregulering hebben om niet bij elke vergadering maar weer ergens aandacht voor te vragen. Waarbij doorgaans, en daar zit wat mij betreft de crux, ook meteen een vervolg aan wordt gekoppeld dat het college actie moet ondernemen. Het college wordt onderhand bedolven onder het aantal verzoeken om informatie over details waarbij bij de buitenwacht dan ook de indruk wordt gewekt dat er ook meteen iets aan de problematiek gedaan moet worden. Dat gaat echt niet.

In de recente raadsvergadering kwamen hier ook voorbeelden van voorbij. Het college stelde voor een (regionaal) beleidskader vast te stellen over specialistische jeugdzorg. Dat is beleidskader dat van alle kant is belicht en staat als een huis. Feitelijk zou het, gelet op de besprekingen in de Uitwisseling en Informatieronde, een hamerstuk moeten zijn. Maar wat gebeurde er in het kader van AIDA? Het beleidskader werd gebruikt als kapstok om aandacht te vragen voor huisvesting van een bepaalde groep jeugdigen.  Er moest niet alleen onderzoek worden gedaan (daar hou ik ook van want dan weten wij waar wij het over hebben), maar het college werd in de motie meteen ook gevraagd om dan passende huisvesting te realiseren.

Dat laatste gaat onze fractie echt te ver: wij kunnen met de huidige woningbouw- en huisvestingsproblematiek van een college niet verwachten dat er voorrang wordt gegeven aan een nieuwe doelgroep waar aandacht voor wordt gevraagd. De gemeente heeft samen met de WSL al moeite genoeg om mensen te huisvesten die meer dan drie jaar op de wachtlijst staan, er is elk jaar een aantal Leusdenaren die vanwege privéomstandigheden urgentie aanvragen, de gemeente is al vanuit de rijksoverheid verplicht statushouders voorrang te geven, de gemeente wordt verplicht om mensen voorrang te geven aan mensen die vanuit beschermd en vervolgens begeleid wonen zelfstandig moeten gaan wonen. En ga maar zo door…

Wij waren de enige fractie die zich verzette tegen deze roep om aandacht in combinatie met de oproep aan het college om in actie te komen (huisvesting te regelen). Het aardige van het verhaal is dat dit laatste aspect, mede op advies van onze wethouder, uit de motie verdween en er slechts werd gevraagd om onderzoek te doen.

Daar konden wij goed mee leven. De motie werd vervolgens raadsbreed aangenomen. In het kader van AIDA is het dan vervolgens ook aardig om te zien dat een van de indieners vervolgens in de LeusderKrant wel een eervolle vermelding krijgt en er slechts aan het eind wordt genoemd dat de motie wel eerst aangepast moest worden. Tja, had ik dan ook aandacht moeten vragen voor iets om in de krant te komen. Misschien wel, maar zo zit ik niet in elkaar: ik ga geen aandacht vragen voor iets waar al aandacht voor is en ik ga niet voor de bühne tegen verkiezingstijd moties indienen over diverse doelgroepen. Dan houden wij onszelf aan de praat en zorgen ervoor dat ambtenaren niet toe komen aan hun gewone werk.

Een ander voorbeeld in deze categorie betrof het aandacht vragen voor gebrek aan psychiaters in de jeugdzorg en in de GGZ in bredere zin. Tja, dat was wat mij betreft ook in de categorie: dat is lang en breed bekend en een college kan daar ook weinig aan doen. Dus wat ons betreft was deze motie echt overbodig. En wilden wij ons beperken tot oprechte waardering voor het college en de ambtenaren voor het opstellen van het prima regionale beleidsplan “specialistische jeugdzorg”.

Ik heb bij dit onderwerp en ook in de Raadgever (LeusderKrant) en vervolgens in een interview op lokale omroep De Golfbreker gewezen op een thema waar wij als raad steeds meer mee te maken krijgen: afkalving van de zogenoemde vrije beleidsruimte voor een gemeente. De rijksoverheid legt een gemeente steeds meer taken op. Maar de budgetten en ook de vrije bewegingsruimte houden hiermee geen gelijke tred. In de sectoren waar de meeste taken zijn gedecentraliseerd (naar gemeenten) en waar de minste vrije beleidsruimte is (door de voorschriften en het toezicht van het rijk) ontstaan de grootste tekorten. Bijvoorbeeld in de specialistische jeugdzorg. Ik vind het belangrijk dat raadsleden zich hier bewust van zijn. En inwoners ook. Want voor een gemeente worden de riemen om te roeien steeds korter. Als wij met elkaar, indachtig het AIDA, hier meer bewust van zijn, voorkomen wij hopelijk een beetje dat er tegen de verkiezingstijd niet te pas en onpas aandacht voor iets wordt gevraagd, terwijl wij weten dat een gemeente daar vanwege beperkte financiële mogelijkheden geen of weinig actie op kan ondernemen.

Kortom: zie deze bijdrage ook als een opmaat voor ons verkiezingsprogramma: wij hebben veel ambities, wij hebben aandacht voor veel zaken, maar het zit in ons als VVD om zaken ook tegen elkaar af te wegen op basis van urgentie, prioriteit en haalbaarheid. Wij gaan alleen maar aandacht vragen voor zaken waarvan wij weten dat wij daar zelf wat aan kunnen doen!

Hennie Caarels